Tweede tijdvakrapportage 2019

Financiële afwijkingen per programma

Voor 2019 wordt een positieve bijstelling verwacht van het begrotingssaldo van € 1,1 miljoen (paragraaf 1.1). Dit saldo bevat een bedrag van € 290.000 dat in 2020/2021 wordt besteed. Meerjarig betekent deze tijdvak een incidentele dotatie aan de algemene reserve van € 0,8 miljoen.

Het is belangrijk om dit voordelige resultaat niet op zichzelf te beschouwen. In de eerste plaats bevat de Tweede Tijdvakrapportage enkele p.m.-posten die nog tot nadelige effecten kunnen leiden (opbrengst bouwleges, ontwikkelingen afvalbeheer en Zorgvlied). In de tweede plaats ontvangt u via een aparte rapportage een actuele stand van de begrotingspositie en reservepositie waarin, naast de uitkomsten van deze Tweede Tijdvakrapportage, ook worden meegenomen: de effecten van de septembercirculaire, de nieuwe bijstandsbudgetten en de verwerking van het zakelijk geschil met Aalsmeer over een Aalsmeerse bijdrage in de investeringen in de organisatie. Dat maakt integrale beoordeling mogelijk, waarbij op voorhand duidelijk is, dat versterking van onze algemene reserve geboden is.

bedrag x € 1.000

Nummer

Omschrijving

Nadeel

Voordeel

1.1

Hulp bij het huishouden

150

1.2

Extra kosten bedrijfsvoering Participe

19

19

1

Totaal sociaal domein

19

169

2.1

Bostheater

25

2.2

Vervangende nieuwbouw KKC*

224

224

2.3

Ambtelijke inzet voor realisatie college uitvoeringsprogramma

45

45

2

Totaal onderwijs en ontplooiing

294

269

3.1

Smart Society

0

277

3

Totaal economie en duurzaamheid

0

277

4.1

Riolering

500

500

4.2

Huishoudelijk afval

P.M.

4.3

Begraafplaats Zorgvlied

P.M.

4

Totaal openbare ruimte

500

500

5.1

Schouwburg Trekkenwand

55

55

5.2

Poppodium verbetering van de uitstraling van gebouw en interieur

0

5.3

Parkeerbelasting / parkeren

110

5.4

Geo apparatuur

5

5

5.5

Bouwleges

P.M.

5.6

Ziederij

51

51

5.7

Westwijk Zuidoost

135

5.8

Appellaan-Notenlaan fase 1

193

5.9

Legmeer

P.M.

5

Totaal ruimtelijke ontwikkeling

221

439

6.1

Functioneel Leeftijdsontslag Brandweer

119

119

6.2

Verkiezingen

133

6.3

Burgerzaken

265

265

6

Totaal bestuur, bevolking en veiligheid

517

384

7.1

Bijstelling loonontwikkeling 2019

32

32

7.2

Bedrijfsmiddelen

-23

-23

7.3

Digitale Transformatie

402

7

Totaal overhead

9

411

8.1

Renteparagraaf

-534

-714

8.2

Wachtgeld

P.M.

8.3

OZB-opbrengst

P.M.

8.4

Stelposten

-173

8.5

vennootschapsbelasting*

243

8

Totaal algemene dekkingsmiddelen

-707

-471

Totaal begrotingsjaar 2019

853

1.978

voordeel 2019:

1.125

Mutaties 2020 en verder

-290

Totaal begrotingsjaar 2019 en verder

voordeel:

835

* Bevat naast de mutatie 2019 ook een wijziging voor de jaren 2020 t/m 2022

1.1 Hulp bij het huishouden
De aanvragen hulp bij het huishouden zijn in 2019 toegenomen door de invoering van het abonnementstarief. Ondanks deze toename wordt een financieel voordeel verwacht van € 150.000. Een belangrijke verklaring hiervoor zijn de wachtlijsten bij de aanbieders. Er is onvoldoende personeel beschikbaar om de geïndiceerde zorg direct te leveren.

1.2 Extra kosten bedrijfsvoering Participe
Participe Amstelland voert in Amstelveen diverse werkzaamheden en opdrachten van de gemeente uit. De financiële problemen die Participe Holding, moederorganisatie van welzijnsinstelling Participe Amstelland, in 2019 bekendmaakte, leiden tot extra werkzaamheden voor de organisatie. Het gaat om inwinnen van gespecialiseerd advies, afstemming met buurgemeenten, extra monitoring en advisering. De kosten van deze extra werkzaamheden schat het college in 2019 op € 18.500. Voorgesteld wordt deze extra kosten te dekken uit het budget ‘sociale samenhang’ (Sociaal Domein, Samenkracht en Burgerparticipatie).

2.1 Bostheater
Bij het vaststellen van de Perspectiefnota 2020 is een motie aanvaard met betrekking tot het Bostheater. De gemeenteraad heeft het college o.a. opgeroepen om een stimuleringsbudget te verlenen van € 75.000 gedurende de jaren 2019-2021, jaarlijks € 25.000 en dit mee te nemen in de begroting van 2020. Via de 2e tijdvak wordt de € 25.000 voor 2019 verwerkt en gedekt door het begrotingssaldo. De jaren 2020 en 2021 zijn verwerkt in de primitieve begroting 2020

2.2 Vervangende nieuwbouw KKC
De  besluitvorming bij de Perspectiefnota 2020 maakt middelen vrij voor de nieuwbouw KKC. In afwachting van de daadwerkelijke kredietvotering gaat het om een reservering via de reserve onderwijshuisvesting. Op het moment van de daadwerkelijke kredietvotering vindt activering plaats (met dekking van kapitaallasten via een reserve kapitaallasten). Dit betekent een administratieve correctie van de verwerking zoals opgenomen in de Programmabegroting (nu eerst reservering in plaats van activering).

2.3 Ambtelijke inzet voor realisatie college uitvoeringsprogramma
Bij de ambities mediafonds en buitensport uit het College uitvoeringsprogramma is rekening gehouden met extra ambtelijke inzet. Dit kan (deels) vrijvallen ten gunste van de bijbehorende taakvelden en op andere wijze worden ingezet.

3.1 Smart Society
In mei 2019 heeft de gemeenteraad de evaluatie Smart Society ontvangen. Op basis van de evaluatie en de ontwikkelingen Amstelveen Connected is geadviseerd Smart Society een vervolg te geven binnen Amstelveen Connected en de leerervaringen in te zetten voor de digitale transformatie. Daarnaast zijn de succesvolle pilots al ondergebracht in de organisatie. Hetgeen gevraagd werd in de motie is uitgevoerd, er is minder personele inzet gepleegd dan begroot en eind 2018 is besloten geen nieuwe pilots te starten vanwege deze evaluatie. Hierdoor kunnen de ongebruikte financiële middelen van € 277.000 vrijvallen.  

4.1 Riolering
Op het product Riolering wordt voor 2019 een onderschrijding verwacht van ca € 500.000. Dit wordt met name veroorzaakt door hogere inkomsten uit de heffing (€ 220.000) en lagere beheerskosten ad. € 280.000 (maatregelen grondwater, minder onderhoudslasten en inspectiekosten).

De directe lasten en baten op het taakveld riolering maken integraal onderdeel uit van de verantwoording van de kostendekkendheid. Deze mutaties rekenen af met de voorziening “riolering”.

Naar de toekomst toe moet rekening worden gehouden met extra opgaven in het kader van klimaatadaptatie en grondwaterzorg. Hiervoor zijn nog geen concrete bedragen en effecten bekend. De stand van de egalisatievoorziening is relatief hoog in afwachting van nadere voorstellen, die via het nieuwe Gemeentelijk Riolerings Plan 2021-2026 worden voorgelegd.

4.2 Huishoudelijk afval
Zoals in de eerste tijdvakrapportage was voorzien en in de Perspectiefnota 2020 in het tarievenbeleid is verwoord ontstaat er op het taakveld 7.3 Afval (product ‘huishoudelijk afval’) in 2019 een tekort van € 950.000. In de Perspectiefnota was reeds aangegeven dat er rekening werd gehouden met een tekort op de begroting van afgerond € 1 miljoen. Deze overschrijding wordt o.a. veroorzaakt door de invoering van de nieuwe Rijksbelasting op het verbranden van afval en ongunstige ontwikkelingen op de verwerking van afvalstoffen op de wereldmarkt voor o.a. papier. Samen met de reguliere nominale ontwikkelingen heeft dit geleid tot een stapeling van niet beïnvloedbare kostenstijgingen.

Er zijn echter ook een paar nieuwe ontwikkelingen te benoemen in zowel voor- als nadeel die op het totaal tegen elkaar wegvallen. In de eerste tijdvakrapportage is rekening  gehouden met € 200.000 euro aan PMD afkeuringen door SUEZ. In de praktijk zijn deze kosten veel lager door meer communicatie over wat en wel niet als PMD wordt beschouwd en contact met de verwerker over de wijze van verwerken en keuren. Daar tegenover staat dat het Afvalfonds een afrekening over 2014 en 2015  van € 100.000 nadelig in rekening heeft gesteld voor de verwerking van het PMD afval over die jaren.

Als risico wordt gemeld dat de ontwikkelingen bij het Afval Energie Bedrijf (AEB) er mogelijk toe kunnen leiden de verbrandingstarieven op termijn kunnen gaan stijgen.

De egalisatievoorziening bevat een geringe buffer van afgerond € 0,2 miljoen. Bij de jaarrekening kan de balans worden opgemaakt en zal een onverhoopt tekort op de egalisatievoorziening ten laste van het rekeningresultaat komen.

4.3 Begraafplaats Zorgvlied
Voor Zorgvlied wordt een negatief resultaat van  € 360.000 verwacht. Dit verlies wordt veroorzaakt door hogere uitgaven (€ 150.000) en lagere inkomsten (€ 210.000).

Het tekort op de uitgaven wordt veroorzaakt door de extra doorbelasting vanuit huisvesting inzake het gasverbruik van het crematorium van € 50.000, een incidentele onvoorziene uitgave aan een gedenkmonument van € 45.000 en de toenemende kosten aan ongediertebestrijding (ter bestrijding van de buxusmot, eikenprocessierups, loodgrijze malariamug en wespen).

De inkomsten uit grafonderhoud zijn € 230.000 lager dan begroot als gevolg van het niet volledig en correct in beeld zijn van het aantal contracten voor onderhoud. Dit is veroorzaakt door de overgang naar een nieuw systeem enkele jaren geleden, waardoor een deel van de informatie niet meer beschikbaar is. Momenteel worden alle contracten in beeld gebracht en wordt er onderzocht of er nog rechthebbenden zijn, waar kosten bij in rekening kunnen worden gesteld. Daarnaast is er een afname (conform landelijk) van het aantal begrafenissen.

In het recente verleden werden tekorten ten laste van de egalisatievoorziening gebracht. De huidige stand van de voorziening is niet toereikend om dit verlies op te kunnen vangen.

De bedrijfsvoering van Zorgvlied staat onder druk. Dit krijgt nadrukkelijke aandacht via een apart traject om te komen tot een nieuw, meerjarig bedrijfsplan. Aan de hand daarvan kunnen voorstellen en besluitvorming volgen over de (financiële) toekomst van Zorgvlied.

5.1. Schouwburg Trekkenwand
Vernieuwing en verzwaring van de trekkenwand van de kleine zaal van de schouwburg is noodzakelijk. In de voorziening voor gebouwenonderhoud is € 55.000 beschikbaar voor onderhoud van oorspronkelijke trekkenwand. Deze voorziening zal vrijvallen om vervolgens gestort te worden in een nieuw krediet. Een extra investering van € 75.000 euro is nodig voor het plaatsen van een nieuwe verzwaarde trekkenwand. De extra investering wordt gedekt uit het krediet Cultuurstrip.

5.2 Poppodium verbetering van de uitstraling van gebouw en interieur
Uit het krediet voor aanpassingen aan de Cultuurstrip wordt € 110.000 beschikbaar gesteld aan P60-poppodium voor het mogelijk maken van cashless betalen, plaatsen van lockers in de garderobe en voor verbetering van de uitstraling van gebouw en interieur. Dit bedrag zal als subsidie aan P60-poppodium uitbetaald worden.

5.3 Parkeerbelasting / parkeren
De toegenomen betalingsbereidheid onder parkeerders binnen de gemeente Amstelveen leidt tot een nadeel van € 190.000 op de inkomst "naheffingsaanslagen" en € 50.000 hogere inkomsten bij de parkeergelden. Door uitbreiding van vergunning parkeergebieden zijn er meer parkeervergunningen aangevraagd dan waar in de begroting rekening mee was gehouden (voordeel € 30.000). Via het traject Perspectiefnota 2021 zullen de structurele consequenties en de kostendekkendheid parkeren worden bezien in het kader van de totale actualisatie van de parkeerexploitatie.

5.4 Geo meetapparatuur
In 2018 is hardware voor het opslaan van fotobestanden aangeschaft. Voor vervanging hiervan moet de reserve vervanging Geo apparatuur worden verhoogd.

5.5 Bouwleges
Vanwege fasering van grote projecten naar 2020 wordt een (substantieel) lagere inkomst op bouwleges in 2019 verwacht.

Een voorstel voor de bouwleges 2020 is in voorbereiding voor de raadsvergadering van december. Onderdeel van dit voorstel is een actuele onderbouwing van de kosten en opbrengsten voor 2020. Dit zal in samenhang worden bezien met de lagere inkomst in 2019.

5.6 Ziederij
Het project Maalderij/Ziederij betreft deels facilitair en deels actieve grondexploitatie. In 2018 is dit administratief vastgelegd als 100% facilitair. De juiste verantwoording leidt tot een neutrale aanpassing.

5.7 Westwijk Zuidoost
Voordat er een grondverkoop kan plaatsvinden voor het realiseren van de zorgwoningen op de voorzieningenstrook, dient er nog een ruimtelijke procedure doorlopen te worden. Deze is naar verwachting afgerond in 2020. De inkomsten uit grondverkoop en de uitgaven voor bouw- en woonrijp maken schuiven daarom door naar 2020.

Binnen fase 4 van het project is er sprake van fasering van kosten. Daarnaast wordt het budget verlaagd voor woonrijp maken (€ 159.000). Per saldo is de winstneming in 2019 € 135.000 hoger.

5.8 Appellaan-Notenlaan fase 1
De kosten voor het bouw en woonrijp maken zijn lager dan oorspronkelijk geraamd. Dit is van invloed op het geraamde bedrag van de winstneming, die hierdoor naar boven wordt bijgesteld met € 193.000. Dit najaar worden de laatste werkzaamheden (beplanting) uitgevoerd, waarna het project is afgerond.

5.9 Legmeer
De voorbereiding van de ontwikkelvisie kent hogere kosten dan waar vooraf rekening mee gehouden. Het betreft een aantal onderzoeksposten waar begin dit jaar nog geen zicht op was, onder andere  voor het opstellen van een PlanMER plus en taxatiekosten ten behoeve van het opstellen van een grondexploitatieopzet. Verder kost het meer tijd om het project tot besluitvorming te brengen.

In totaal is in 2019 € 185.000 meer nodig dan begroot, in 2020 tot aan de vaststelling van de ontwikkelvisie nog eens € 70.000.  Bij het opstellen van het exploitatieplan wordt duidelijk of dit via kostenverhaal of op andere wijze valt te dekken. In het uiterste geval zal een beroep moeten worden gedaan op dekking uit de algemene reserve.

6.1 Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) Brandweer
Abusievelijk heeft de Brandweer Amsterdam-Amstelland in 2018 de kosten van de levensloop 2018 niet in rekening gebracht ad € 119.000. In 2018 heeft dit geleid tot een lagere onttrekking aan de reserve FLO, dit wordt in 2019 gecorrigeerd door dit bedrag alsnog te onttrekken aan de reserve.

6.2 Verkiezingen
Conform de begrotingssystematiek van de gemeente Amstelveen is in de primitieve begroting rekening gehouden met 1 verkiezing. De verkiezingen worden vanuit het Rijk steeds strakker gereguleerd. Dit leidt tot gewijzigde wetgeving en hogere eisen aan de uitvoering hiervan (opleiden stembureauleden, toegankelijkheid stembureaus, digitalisering, AVG, gewijzigde werkwijze op het stembureau en uitslagverwerking op raadhuis. Voor het organiseren van 4 verkiezingen is naast de hogere materiële kosten ook extra personele inzet nodig geweest.  De overschrijding op het budget is door de rijksbijdrage (€ 69.000 voor de Waterschapsverkiezing) en door het samen organiseren van verkiezingen beperkt gebleven tot € 133.000.

6.3 Burgerzaken
Door afname van de verstrekte documenten ten opzichte van het jaar 2018 en de toename van de naturalisaties in 2019 worden de baten en lasten per saldo naar beneden bijgesteld met € 265.000.

7.1 Bijstelling loonontwikkeling 2019
In de Perspectiefnota 2020 is rekening gehouden met een bijstelling van de loonontwikkeling 2019 van 0,5% door hogere sociale lasten per 1 januari 2019. Op dat moment was er nog geen duidelijkheid over de een nieuwe cao. Inmiddels ligt er een onderhandelingsresultaat voor een cao 2019/2020. Op basis van die uitkomsten kan de bijstelling van de loonontwikkeling 2019 worden beperkt tot +0,25% in plaats van +0,5%. Het verschil wordt verrekend met de stelpost nominaal. Dit is een incidenteel effect. De structurele uitkomsten van het onderhandelingsresultaat voor 2020 en verder sporen met de nominale ontwikkeling zoals geraamd in de Perspectiefnota 2020. Dit wordt gedetailleerd verwerkt in de Programmabegroting 2020.

7.2 Bedrijfsmiddelen
De aanschaf van een werktuigdrager (€ 65.000) verschuift vanwege het faillissement van de oude leverancier van 2019 naar 2020. De investering van twee afzethekkenwagens + afzet hekken (€ 27.600) verschuift van 2019 naar 2021 doordat deze nog in goede staat zijn en vervanging nu niet nodig is. Een shovel voor het magazijn (€ 73.000) wordt in 2019 aangeschaft in plaats van 2020. De aanschaf van het grafgroenraam voor Zorgvlied vervalt (€ 3.500). De kosten van bovengenoemde bedrijfsmiddelen rekenen af met de reserve bedrijfsmiddelen.

7.3 Digitale Transformatie
Voor programma Digitale Transformatie is in de begroting van 2019 een budget € 4,3 miljoen opgenomen. Dit budget bestaat uit € 2,6 miljoen incidenteel en € 1,7 miljoen structureel. Om planmatig uitvoering te kunnen geven aan de Digitale Transformatie wordt jaarlijks een uitvoeringsplan opgesteld. In het uitvoeringsplan 2019 zijn 36 projecten opgenomen en uitgewerkt. Iedere maand wordt middels een dashboard gerapporteerd over de voortgang van de projecten die deel uitmaken van de Digitale Transformatie.

De actuele voortgang toont een positief beeld. Alle projecten zijn gestart en de resultaten, zoals vastgelegd in het uitvoeringsplan 2019, worden bijna alle behaald.
Op de volgende onderdelen resteert in 2019 budget:

  1. In het programma Digitale Transformatie is een post ‘onvoorzien’ opgenomen. Op deze post resteert een bedrag dat niet in 2019 benodigd is.
  2. Er zijn besparingen behaald bij de voorbereiding, aanbesteding c.q uitvoering van enkele projecten waardoor de kosten bij deze projecten lager uitvallen. Dit betreft de inrichting van Local Traffic Control (LTC), het klantcontactsysteem (KCS), de inrichting van functiescheiding, de aanschaf en inrichting van een nieuw Business Intelligence platform (Cognos) en bij de inrichting en bezetting van de programmaorganisatie om het programma Digitaal Werken te coördineren en ondersteunen.
  3. Er zijn enkele projecten die niet geheel in 2019 afgerond kunnen worden om twee redenen. Externe partijen zijn nog niet gereed. Dit speelt bij de projecten DigiD Machtigen en MijnOverheid voor Ondernemers. Interne partijen of vakafdelingen hebben meer tijd nodig voor een zorgvuldige voorbereiding van het project. Dit speelt bij de projecten digitaliseren van werkprocessen en het ontwikkelen van opleidingen voor management en medewerkers.

Uit bovengenoemde drie categorieën resteert een totaal bedrag € 600.000 dat niet in 2019 besteed wordt. Dit is € 130.000 incidenteel en € 470.000 structureel. Hiervan stellen wij voor om € 198.000 over te hevelen naar 2020 omdat de resultaten van genoemde projecten die niet in 2019 zijn afgerond, in 2020 worden opgeleverd. De resterende € 402.000 kan eenmalig vrijvallen in 2019.

8.1 Renteparagraaf
De renteparagraaf sluit met een tekort van € 180.000. Een belangrijke reden vormt het verlagen van de interne rekenrente van 4 naar 3,50% waartoe is besloten in de jaarstukken 2018. Dit betekent een lagere baat in de rente-exploitatie.

8.2 Wachtgeld (P.M.)
Bij opmaak van de jaarrekening 2019 wordt de voorziening (indien noodzakelijk) aangepast door wijziging van de externe rekenrente. Deze rente is meestal eind van het jaar bekend.

8.3 OZB-opbrengst (P.M.)
Bij opmaak van de tijdvakrapportage is de OZB-opbrengst hoger dan begroot. Dit betreft voornamelijk de categorie "niet-woningen". In de notitie over de septembercirculaire (bij de begroting 2020) wordt deze extra inkomst verwerkt in relatie tot de aftrekpost in het gemeentefonds.

8.4 Stelposten
Op enkele stelposten resteert een saldo van totaal € 173.000 dat kan vrijvallen. Daarnaast resteert op de stelpost "onvoorzien" voor 2019 een bedrag van € 128.000. Deze blijft gehandhaafd in afwachting van mogelijke "onvoorziene" uitgaven. In de Perspectiefnota 2020 is een structurele afroming van de stelpost "onvoorzien" opgenomen vanaf 2020.

8.5 Af te dragen vennootschapsbelasting
Door aanpassing van de resultaatnemingen bij de actieve grondexploitaties wijzigt ook de af te dragen vennootschapsbelasting. Het begrote bedrag aan af te dragen vennootschapsbelasting in 2019 wordt naar beneden bijgesteld met € 243.000. De begrote bedragen in 2020 en 2021 worden verhoogd met respectievelijk € 212.000 en € 78.000.

ga terug